De Witte Tempel 8

De Witte Tempel 8

Verankering van het witte licht.

De matrix van het witte licht is een zeer belangrijke matrix. Het witte licht vormt de basis voor alle andere kleurschakeringen. De witte matrix is de matrix die in deze tijd diep en vooral goed verankerd moet gaan worden. De zonnematrix en de witte matrix lopen door elkaar heen. In het wit worden de kleurpigmenten van de kosmische stralen verzegeld. Door het goud krijgen zij hun glans. In alle dimensionale lagen van ons twaalfvoudig lichtstelsel lopen vortexen die bedoeld zijn om dit licht te kunnen verplaatsen. Schachten van dimensie naar dimensie vormen de verbindende schakel. Rondom iedere lichttempel bevindt zich van origine een stralingsveld. Geactiveerd vanuit de kosmos.
In het universum zweven enorme kristallen. Deze kristallen trekken trillingen naar zich toe. Ze verwerken de trillingen in stralen en zenden vervolgens de stralen uit naar de aarde.
Het engelveld rondom de aarde vangt deze stralen op en splitst hen verder uit. Als je van boven af op de Tempelcomplexen zou kunnen kijken, zou je zien dat er een straal van wit licht direct naar de kern van de hoofdtempel schijnt en van daaruit wordt de straal dan weer uitgesplitst over de kleinere tempels. Die op hun beurt de uitsplitsing weer verder uitwerken. Een soort van doorgeefsysteem. Vele lichtpriesters staan op hun beurt klaar om als tussenschakel te kunnen dienen in dit gigantische proces. Ook zij geven de energie door van punt naar punt, in getransmuteerde staat.
Dit proces voltrekt zich in de breedte, maar ook in de diepte. Twaalf priesters zitten in een brede cirkel om de hoofdtempel heen en vangen de trillingen op. Zij zorgen er voor dat middels het witte licht de innerlijke kanalen van dit lichtstelsel door de dimensies heen gevormd kunnen worden. Het twaalfvoudig spectrum dat deze priesters in stand houden vormt een schacht naar de diepte en de hoogte. Je zou je kunnen voorstellen dat alle twaalf tempels in alle twaalf dimensies hun equivalent hebben. Zodat er twaalf keer twaalf tempels aanwezig zijn in alle sferen van energie. Deze tempels worden onderling verbonden door de lichtschachten en kunnen zodoende via deze schachten bereisd worden. Het is dus zeer belangrijk dat deze verbindingen goed functioneren. Het witte licht werkt hierin verbindend.

De priesters die in deze trillingen werkten namen van oudsher hun taken zeer serieus. Hoe sterker zij zich concentreerden hoe beter de schachten functioneerden. Het twaalfvoudig tempelsysteem droeg het gehele systeem. Je kunt je dus ook voorstellen dat het zeer belangrijk is dat dit systeem weer geactiveerd wordt. Een ongelooflijk karwei. Waar we nu volop in werken. 
De priesterkristallen die nodig waren om deze energie te kunnen dragen vormden een zeer belangrijk communicatiemiddel hierin. De verantwoordelijke priesters droegen zo'n kristal mee in hun borst. Splinterkristallen van de grotere die in het universum zweven. Hun energieveld was speciaal er op geprepareerd om deze splinters te kunnen vasthouden. Dagelijks werden de Tempelschachten verder uitgebouwd en van diep licht voorzien. Zo werkte men door de dimensies heen toe naar een evenwichtig beeld. Gelijkwaardigheid in trilling en toch aangepast aan de sfeer van leven. Iedere afstemming droeg in potentie dezelfde vormende energiedeeltjes mee. 
Toen het ongeduld van de meesters uit de lagere kosmische graden toenam is er een belangrijke stagnatie opgetreden in de vorming van de Tempelschachten. De trillingen waren nog niet geheel en al gelijkmatig verdeeld toen die meesters besloten hun vormingskracht voorrang te geven op Alles. Zij gooiden hiermee de oorspronkelijke planning in de war. De lichtpriesters konden niet verder gaan met het bouwen van de Tempelschachten. De lagere kosmische graden begonnen die schachten te vullen met hun trillingen. Je zou kunnen zeggen; zwaar licht begon in het lichte licht te stromen en maakte alles donkerder. Alsof er modder in een diamantader stroomde. Om erger te voorkomen hebben de lichtmeesters op een gegeven moment besloten om de hogere delen van de Tempelschachten te sluiten. De priesters in de lager gelegen gebieden kwamen daardoor in de gevarenzone. Toen bleek dat zij niet mee konden/mochten werken met de lagere graden werden zij geïsoleerd, gevangen gezet en ook werden hen vaak de splinterkristallen ontnomen. Deze kristallen konden na afsluiting van de hogere gebieden de trillingen niet meer vangen vanuit de kosmos en verloren hun glans. Door hen de kristallen te ontnemen en ze op te laden met zwaardere trillingen kwamen deze priesters in een lastig parket. Ze moesten in de buurt van hun kristal blijven omdat ze daar ongedeeld verenigbaar mee verbonden waren. Het kristal zelf kon niet opgeladen worden door zware trillingen. Er werden laagjes donkere energie om heen gelegd. Als ringen om een planeet. Toen de tijdsgeest echt kwaadaardig werd, werd de grimmigheid om deze kristallen en priesters heen ook steeds groter. De priesters waren hun leven niet zeker..men wilde hen kwijt. Doordat zij aan hun kristal "vast" zaten zochten zij na hun dood het kristal weer op en kozen zij zelfs een nieuw leven vanuit dit perspectief. Ze bewaakten hun kristallen met hun leven en dood. Met lichaam en ziel. Door hardnekkig hieraan vast te houden is nu het feit geboren dat de energie zich zodanig omkeert dat al deze priesters hun lichtkristallen terug op kunnen eisen. De duisternis moet deze aan hen terug geven. Zo is de kosmische wet. Als het massabewustzijn een nieuwe fase kiest dan past alles zich hierin aan. 
De kristallen zijn soms bijna onvindbaar. Onzichtbaar door de donkere lagen er om heen. Toch kennen zij hun meester en kunnen zij deze verstaan. Alle kristallen doen hun uiterste best om terug te keren naar de Bron. Sommige meesters uit de lagere graden werken hier aan mee, anderen nog helemaal niet. De lichtmeesters bouwen een sterk magnetisch veld op die de kristallen aan trekt. Tussen dit alles in zitten de zielen die niets van hun macht af willen geven en vechten voor hun "rechten". Nog steeds geen optimale situatie dus. Maar het is een begin. Hoe meer zielen hun kristallen aan gaan trekken en er mee gaan werken, hoe zwakker de tussen dit alles in zittende energie wordt. Het licht heeft zonder meer toestemming om de kristallen op te halen en te activeren. De kristallen die niet vrijwillig afgegeven worden, kunnen niet al te lang meer vastgehouden worden in het bewustzijn van degenen die hen vasthouden. De trilling wordt te sterk. Het zal de dragende ziel zelf in een lastig parket brengen. Hoge psychische stress, verwarring, totale ontreddering kunnen zich voordoen. De kristallen zullen vrijkomen en hun mooie werk opnieuw gaan uitoefenen. De aarde wordt op dit moment al omvat door een lichtnetwerk. Alle lichtwerkers van deze tijd hebben de lijnen door getrokken naar de kern. De energie wordt sterker en sterker. De kristallen krijgen de vrijheid. En keren terug naar de tempels en hun priesters. EN ZO ZAL HET ZIJN.`