In September 2012 beschreef ik in een artikel hoe er via de oerpoorten in het aardebewustzijn ontsluitingen plaats mochten vinden.
De skeletten van vele mammoeten slaagden er in om de sjamanentrillingen van de oude tijd te openen en te ankeren in onze collectieve ziel. In het verlengde hiervan is er verheugend nieuws.
Nu de witte adem steeds meer ruimte maakt en de aansluitingen via de oerpoorten gaan werken, begint er ook in de dierenwereld een mooie beweging op gang te komen.
Een van de mooiste die ik recent mocht beleven is de volgende.
Ik werd weer naar de Mammoetpoort gebracht. In de poort was een enorme werveling van licht en energie gaande. De oermammoet stond op zijn plaats te trompetteren van vreugde. Ik zag vele oude bekenden terug. Sjamanen van de oude wereld, die allemaal opgeroepen waren om hun krachten te geven aan de volgende ontsluiting.
Ik zag de mammoetkuddes. Ik zag de dansende mensen tussen hen in, sjamanen, indianen. Er brandden vuren, er werden rituelen gehouden, ik hoorde trommels slaan.
Het geluid van de trommels zwol aan. En in de verte hoorde ik het geluid van een heftige stormwind. Een witte stofwolk denderde naderbij en ik zag miljoenen dieren die over de velden aan kwamen gestormd.
Boven op een heuvel staand zag ik de witte dieren aan komen rennen. Ieder dier op aarde dat in een kudde leeft was vertegenwoordigd.
Elke sjamaan hief zijn of haar staf naar de hemel. Zij begonnen te zingen om de dieren te begroeten. Het werd een oorverdovend lawaai. Trompetterende mammoeten, het geluid van de trommels, bliksemflitsen die uit elke staf naar de hemel werden gezonden. De galopperende hoeven. Het leek wel of de wereld verging. De stofwolk bewoog doelgericht naar de Mammoetpoort.
Een stroom van wit licht duwde hen er als het ware door heen.
Plotseling bevond ik me weer aan de andere kant van de poort en zag de dieren zich door de poort heen stuwen. Niet alleen de dieren kwamen door de poort. Ook etherische velden kwamen mee, die zich onder de hoeven van de dieren tot natuurgebieden vormden.
Zij galoppeerden weg over grasvlakten, steppes en heuvels. De natuurgebieden strekten zich steeds verder uit. Diep onder hen zag ik de aarde. En op die aarde hun stoffelijk dubbel. Boven dit stoffelijk patroon vormde zich het etherisch dubbel. En elk gebied en dier dat op aarde aanwezig was, werd verbonden met zijn zielendubbel. De witte versie van zijn aardse bestaan. Ik had geen woorden voor dit fenomeen. Tranen van dankbaarheid rolden me over de wangen. Ik begreep heel goed dat ook de dieren in de loop der eeuwen hun aansluitingen naar het hogere leven hadden verloren en dat er daardoor zo respectloos met hen werd omgegaan. En op het moment dat de witte velden zich boven hen vormden, smolten zij in hun collectieve ziel weer samen met het natuurlijke zielsgesteldheid.
Het leek alsof er onzichtbare gouden koorden werden geweven tussen de kuddes in. Bedrading vanuit de ziel.
De stroom van dieren die door de poort heen kwam was eindeloos.
En op het gemakje daar achteraan kwamen de roofdieren, witte leeuwen, tijgers, poema’s. Katachtigen van allerlei aarden gleden soepel door de poort heen. Zij zochten zich een weg in de uitgestrekte natuurgebieden en verbonden zich met hun aardse dubbel.
Zij strekten zich uit in het malse gras, op boomtakken en geeuwden wijd nadat zij hun plekje gevonden hadden.
In een flits van een seconde begreep ik dit alles.
Het witte licht neemt ook hen mee in de nieuwe verbinding.
Zodat wij als mensheid een nieuwe kans krijgen om op respectvolle wijze met de dieren om te leren gaan.
Onvoorstelbaar dat we überhaupt die kans nog krijgen, gezien de manier waarop de mensheid met de natuur om gaat.
De dierenziel mag genezen van opgelopen trauma’s. Natuurlijke ordening mag er zijn.
Tussen de werelden in zag ik de sjamanen gaan. Ook in groepen. Zij zegenden de kuddes, de katachtigen. Zij spraken helende woorden uit. Zij riepen de “ goden” aan om hen te beschermen.
Alles voltrok zich razendsnel. Het is een ongelooflijk heilig moment. Waarvoor geen enkel woord genoeg is om de kracht ervan te beschrijven, nog te doorgronden.
Ik groet jullie vanuit de Bron die Eenheid heet.